Vertrouwen is een werkwoord(?)

Subscribe on LinkedIn

Wat doe je wanneer je tijdlijn wordt overspoeld met vluchtige content die je dopaminesysteem probeert te kapen, maar je in de kern maar weinig brengt? De momenten waarop de dopaminemonster me probeert over te nemen probeer ik tegenwoordig af te remmen. Om zo ruimte te creëren tussen stimulus en respons. Rustmomenten te creëren om weer inhoudelijk gesprekken te kunnen voeren. Recent herontdekte ik de kracht van een brief door er een te schrijven aan Ruben Beijl . En ervaarde ik de magie van het terugkrijgen van een brief. Hierbij m’n antwoord.

Ha Ruben,

Dank je wel voor je reactie op mijn brief. Bij het lezen gaan er zo veel haakjes bij me af dat ik niet anders kan een brief terug te schrijven. Ben heel benieuwd wat de meelezers er uit weten te halen en nodig ze ook graag uit om het gesprek mee te voeren via de reacties.

Wat ik ook wel bijzonder vond om bij mezelf te observeren was dat de volgende vraag bij me op kwam:

Waarom schrijf ik deze brief wel aan jou en niet aan een ander?

Is het een bepaalde herkenning? Komt het doordat we beide mijmeren over bepaalde thema’s? Is het iets anders?

Er komen een paar dingen in me op:

  • Herkenning: op bepaalde fronten lijken we op elkaar. Beide strateeg, beide een nieuwsbrief, beiden houden we van schrijven en diepgang
  • Erkenning: ik herinner me dat je mijn nieuwsbrief ooit noemde als een van de nieuwsbrieven die je graag leest, wat geheel wederzijds is

En ik denk dat dit stukje erkenning de basis vormt van waarom ik geen drempel of gêne ervaarde om de vorm van een brief te kiezen. Wat voor ‘social media standaarden’ toch best een wat afwijkende en kwetsbare vorm is om te kiezen.

En tegelijkertijd klopt het. Deze vorm biedt ruimte, de kans tot verstilling, uitzoomen en inzoomen. Het vormt daarmee een tegengeluid in een rode oceaan vol met AI geweld. En ik haal zelf enorm veel voldoening uit het proces merk ik. Ook bij het schrijven van deze brief doe ik dat totaal in flow. Rollen de woorden als vanzelf uit het toetsenbord. Of zoals jij zo mooi schreef:

Een snelle post verdwijnt al snel in de vergetelheid. Maar een brief is anders. Die heeft gewicht.

Maar je schreef ook:

Ik had best zin gehad in een podcast hoor. En tegelijk ben ik heel blij dat dit de vorm is waar je op uitkomt.

Ik merk bij mezelf dat ik de reflex onderdruk om je niet alsnog uit te nodigen. Ik weet nog niet zo goed of die reflex voort komt uit het tegenmoet willen komen aan de zin dat je best zin had gehad aan een podcast, of dat iets in mij zegt dat het sowieso een keer gaat gebeuren. Waarschijnlijk is het het tweede. Of is het een onderliggende angst dat een gesprek de magie uit de briefwisseling haalt?

Een brief onbeantwoord laten voelt als een grotere inbreuk op de relatie dan een appje afdoen met een duimpje of een like plakken op een post.

Dat zeg je mooi. De enige echte currency die we misschien wel hebben zijn tijd en aandacht. Hoe vluchtiger die aandacht, hoe minder waarde we daar aan hechten. Hoe bewuster de aandacht, hoe waardevoller. Dat is trouwens ook wel iets waar ik regelmatig mee worstel. Want juist omdat ik zo gedreven ben op een missie en visie gaat dit momenteel vaak ten koste van de bewuste aandacht die ik kan geven aan vrienden. Ik houd mezelf dan voor dat dit tijdelijk is en dat het ‘for the greater good’ is. Maar tegelijkertijd kan het op momenten ook best eenzaam zijn. Ook al kan ik heel goed op mezelf zijn en zijn er binnen de bubbel van m’n werk en gezin al genoeg ballen om in de lucht te houden.

De verhouding moet kloppen. Is dat niet de kern van vertrouwen? Dat er sprake is van gelijkwaardigheid? Of in ieder geval waardigheid? Zelfs in een machtsrelatie is de beweging die je maakt met vertrouwen er eentje van overgave aan de ander. Maar het moet altijd van twee kanten komen. Anders is het uit balans.

Zo, dat is een alinea aan tekst waar je inderdaad een heel boek aan zou kunnen wijden. Ik ben het met je eens hoor. Je beschrijft hier vertrouwen dus vooral als een houding. Maar ook als een beweging die je maakt met vertrouwen in overgave aan de ander. Het doet me denken aan het idee van ‘goed volgerschap’ waar Tjomme Reeringh het vaker over heeft. Of de waarde van ‘The first follower’ zoals ik zelf aan den lijve heb mogen ondervinden in de beweging van #teamdavid. Die was nooit op gang gekomen zonder dat first follower Paul Hendriks mee ging doen met een gek dansje. Dat gaf vertrouwen. Je ziet ons trouwens in onderstaande video 😉

Vertrouwen impliceert risico. En voor de faalangstigen, perfectionisten en onbegrepen onder ons is dat soms best een beetje spannend. Maar hoe spannend is het echt? Want zelfs wat veilig voelt is nooit een 100% zekerheidje.

Hier ga ik als oud pokerspeler en ‘hersteld perfectionist’ op aan. Want het thema risico loopt als een rode draad door m’n leven. Wat ik leerde: we trekken risico vaak uit proportie. We denken dat een vaste baan ons zekerheid geeft, maar in veel gevallen zit er meer garantie op het krijgen van een burnout dan op inkomenszekerheid. Ik heb mezelf als ondernemer heel bewust moeten blootstellen aan het loslaten van perfectie. ‘Exposure training’ noemen de psychologen dat ook wel, leerde ik van Danny Mullenders. Bewust de rafelranden van je comfortzone opzoeken omdat daar de echte groei zit.

De kracht van imperfectie omarmen. We hebben daar in de westerse wereld dus geen term voor, ontdekte ik. In Japan wel, daar noemen ze dat Wabi Sabi. Hoe zou het komen dat onze cultuur op veel fronten een afrekencultuur is op imperfectie? Want ligt daar niet een van de oorzaken van ons collectieve gebrek aan vertrouwen?

Vertrouwen is niet een middel om een doel te bereiken. Maar de moeite waard in zichzelf. Het risico waard.

Mooi omschreven. Die heb ik zojuist op een post-it geschreven en aan m’n monitor geplakt. Er zit dus een bepaalde waarde in vertrouwen. En ik herken dat. Kan er niet precies de vinger op leggen waarom, maar mensen nemen me snel in vertrouwen. Zo sprak ik deze week los van elkaar twee ondernemers die ieder los van elkaar een behoorlijk vertrouwelijk vraagstuk aan me voorlegden. Die vraagstukken zijn dan soms zo precair dat verder niemand ze nog weet. Regelmatig krijg ik hele kwetsbare en persoonlijke DM’s in m’n inbox van mensen die ik soms nog nooit in het echt heb gesproken. Blijkbaar is er iets wat mensen uitnodigt om mij in vertrouwen te nemen. Maar wat is dat dan?

Is het ons ontnomen, of hebben we het laten afpakken, losgelaten? Zijn we het niet gewoon vergeten? Er is nooit een moment geweest dat iemand me actief heeft aangespoord om niet meer te vertrouwen.

Mooi hoe jij dit vanuit jezelf beschouwt, waarbij ik merk dat ik het automatisch wat meer vanuit een macro perspectief bekijk. Om even terug te komen op ‘vertrouwen is een houding’: volgens mij is vertrouwen ook een werkwoord.

In m’n vorige brief haalde ik al even aan dat mijn scriptie ging over de invloed van incompany trainingen op de ondernemende houding van werknemers. Dat was qua onderzoeksopzet behapbaarder uit te voeren dan wanneer ik ondernemend gedrag had gekozen, ook al vond ik dat tweede veel logischer. Want wat heb je aan een houding als dit niet per se ook leidt tot gedrag? Ja, een ondernemende houding correleert met de kans op het vertonen van ondernemend gedrag. Maar er zit niet per definitie causaliteit in.

Hoe zou dat zijn met vertrouwen? Want ook daar zit iets vergelijkbaars in. Wanneer je houding vertrouwen is, hoeft dat niet per definitie te betekenen dat je ook echt vertrouwen beoefent? Ben benieuwd hoe jij daar naar kijkt.

Hoeveel mensen ken jij nog die vol vertrouwen in het leven staan, Chris? Ik denk dat ik ze op twee handen kan tellen. En daarmee zijn ze meteen mentors voor me. Geen van die personen is naïef. Ze moeten er allemaal dagelijks voor kiezen. Maar ze leven het wel voor, met vallen en opstaan.

Dit inderdaad. Vertrouwen gaat ergens om het loslaten van controle, met de wetenschap (of is het geloof?) dat dit meer brengt dan wantrouwen als basishouding aannemen. Daarom vind ik het idee van ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman ook een gezonde grondhouding. Op de lange termijn is de potentiële upside van in vertrouwen leven groter dan gecontroleerd leven in wantrouwen. Al is het maar voor je geestelijke gezondheid.

In mijn woorden is vertrouwen bespreekbaar maken cruciaal om het te kunnen herontdekken. Het erover hebben. Juist omdat het niet vanzelfsprekend (meer) is.

Ik denk dat het daar mee begint. Daarom vind ik deze briefwisseling ook zo mooi. Die draagt daar (hoe klein ook) aan bij. Helemaal omdat we dit publiek doen. Vind het daarom ook heel tof om de reacties van lezers te zien. Hoe meer interacties, hoe meer betekenis.

En tegelijkertijd denk ik dus dat het daar niet stopt. Vertrouwen is een houding, maar ook een werkwoord. Is het niet het het praktiseren van vertrouwen wat er voor zorgt dat we het weer gaan her-inneren?

Mensen die mij wat beter kennen weten dat ik niet altijd even betrouwbaar ben. Vooral als het gaat om daadwerkelijk doen wat ik zeg. Dat blijft paradoxaal. Voelt soms ook hypocriet. Maar ik ben er bewust van. Ik werk eraan. En wat ik leer deel ik graag met jou (en jullie).

Mooi hoe open je daar over bent. Bij mij slaat het soms ook de andere kant uit. Ik scoor vrij hoog op ‘conscientieusheid’ als je me zou scoren op deze ‘big 5’ persoonlijkheids as. Dat werkt me soms ook tegen omdat als ik iets beloof ik dat van mezelf ook moet doen. Soms levert dat druk op die er voor zorgt dat ik sociale contacten minder prioriteit geef. En aan de andere kant levert het me onrust op wanneer andere mensen iets beloven te doen en dit vervolgens nalaten.

Ik geloof overigens niet dat dit invloed heeft op de mate waarin ik de ander vervolgens wel of niet vertrouw. Er zijn mensen die ik 300% vertrouw, maar die ook niet altijd even consciëntieus zijn. Misschien ligt vertrouwen op een dieper niveau dan het niveau van praktische zaken? Misschien gaat het meer om de eerder genoemde wederzijdse erkenning en herkenning?

“Wanneer die voorhoede bewust meer gaat navigeren op vertrouwen. Navigeren primair op controle meer los gaat laten. Wat zou er dan gebeuren?”

Laten we eindigen op die vraag. Want dat is er eentje in de categorie ‘geloof je het zelf?’. Die kun je blijven stellen. Elke dag.

Die vraag kun je inderdaad iedere dag blijven stellen. En ik geloof er in. Maar interessanter vind ik nog: wat kun je er mee doen? Met andere woorden: hoe ga je van vertrouwen als houding naar vertrouwen als werkwoord? Hoe ga je van denken naar doen?

Maar tegelijkertijd is vertrouwen in die zin misschien ook geen currency zoals tijd en aandacht dat wel zijn. Het is niet zomaar een knop die je aan of uit kunt zetten. En je kunt er ook niet in handelen.

Je kunt tijd en aandacht geven. Maar als je vertrouwen geeft dan is dit simpelweg iets wat er is en niet fluctueert in ruimte en tijd.

Misschien moet ik m’n eerdere stelling toch heroverwegen?

Misschien is vertrouwen helemaal geen werkwoord, maar eerder een staat van zijn?

Ben benieuwd naar je gedachten.

Ahoy,

Chris


Christiaan – Business Mentor & Auteur ‘Word eens volwassen!

Bouwt een community voor MKB Groeiversnellers

Save the date: 30 oktober Marketeers van de toekomst

Schrijf je in voor de nieuwsbrief Inschrijven

Geplaatst in Uncategorized.

Andere berichten